Naar het overzicht van religies
De spijswetten
De Islam is de een na grootste religie ter wereld. Het geloof (Iman) is de basis van de godsdienst. Dit geloof heeft vijf basisprincipes, nl:
- Te geloven in Allah als enige God en in Mohammad als profeet.
- Vijf gebeden te doen per dag
- De armen te steunen
- Te vasten tijdens de Ramadan
- Eens per leven een pelgrimtocht naar Mekka te maken (Twaigery en Spillman,1989).
Verder geeft de Islam haar volgelingen een aantal regels over persoonlijke, sociale en publieke aspecten. Voeding is een belangrijk deel van het dagelijks leven en daarom nemen de spijswetten een belangrijk deel in van deze regels. De basis voor de spijswetten bevindt zich in de Koran, het boek van Allah. De wetten worden verder uitgelegd in de Sunnah. Dit is het boek over het leven, de daden en de leringen van de profeet Mohammed (Chaudry, 1992).
Halal en haram zijn begrippen, die aangeven of een product toegestaan is of niet. Halal betekent wettelijk of toegestaan, haram betekent niet wettelijk en niet toegestaan.
In principe zijn alle levensmiddelen toegestaan, behalve de levensmiddelen, die expliciet worden verboden.
Het onwettelijke voedsel wordt genoemd in de Koran.
Ten eerste zijn aas en bloed verboden, evenals varkensvlees (hfdst II, vers 173). Het varken is het enige landdier dat specifiek wordt verboden in de Koran. Ook mag geen vlees gegeten worden van aan een natuurlijke dood of in de natuur gestorven dieren (Hfdst V, vers 3) (Chaudry, 1992).
Ten tweede mogen alle zeedieren gegeten worden, behalve de dieren, waarvan consumptie schadelijk is voor de mens (Hfdst V, vers 99).
Wilde dieren mogen niet worden gegeten als ze slagtanden, giftanden of klauwen hebben. Ook vogels met klauwen zijn verboden (Hfdst XVI, vers 14).
Dieren zonder oren of gifproducenten behoren ook tot het haram voedsel (Twaigery en Spillman, 1989).
Verder is de consumptie van alcohol en andere verslavende of toxische stoffen verboden (Hfdst V, vers 90).
Tenslotte is het verplicht om tijdens de slachting van dieren de naam van Allah te zeggen (Hfdst VI, vers 119) (Chaudry, 1992).
Ingrediënten
Ingrediënten mogen alleen worden gebruikt als ze halal zijn.
Alle ingrediënten mogen met elkaar gecombineerd worden. Er bestaan dus geen verboden combinaties. Hieronder worden alle ingrediënten gegeven, die gebruikt mogen worden.
- Alle broden en graanproducten zijn toegestaan, als ze niet schadelijk zijn bij consumptie.
- Ditzelfde geldt ook voor groenten en fruit.
- Melk is toegestaan, evenals alle melkproducten. Bij productie van kaas moet echter worden opgelet, dat de kaas niet wordt gemaakt met micro-organismen afkomstig uit een haram soort dier (Twaigery en Spillman, 1989).
- Varkensvlees is verboden, evenals alle producten, die in contact zijn gekomen met varkensvlees (Twaigery en Spillman, 1989; Chaudry, 1992).
- Vlees moet altijd van dieren komen, die zijn geslacht. In Amerika is het bijvoorbeeld toegestaan dieren te eten die zijn gestorven van stress voor ze werden geslacht. Dit is binnen de Islam niet toegestaan (Chaudry, 1992).
- Alcohol en alle andere stoffen, die verslavend of toxisch zijn, zijn niet toegestaan (Chaudry, 1992).
- Mineralen of chemische stoffen zijn toegestaan als ze niet toxisch zijn (Chaudry, 1992).
Voedsel is belangrijk binnen de Moslim wereld en het moet daarom ook met respect worden behandeld. Alle processen moeten nauwkeurig gecontroleerd plaatsvinden(Twaugery en Spillman, 1989). Hieronder worden richtlijnen voor een aantal processen weergegeven.
- Slachting van dieren mag gedaan worden door alle Moslims, die de puberteit hebben bereikt (Twaigery en Spillman, 1989). Alleen dieren van een halal soort mogen geslacht worden. Het dier moet goed worden behandeld. Het dier mag niet dorstig zijn en de slachting moet gebeuren met een scherp mes, zodat het dier zo min mogelijk pijn lijdt. Het mes mag niet geslepen worden in het zicht van het dier, omdat het dier hiervan gestresst kan raken. Het dier moet door de hals worden gesneden, zodat de dood zo snel mogelijk optreedt en het dier ook zoveel mogelijk bloed verliest. Tenslotte moet tijdens de slachting de naam van Allah worden uitgesproken. De schepper is namelijk de enige, die het leven mag geven en nemen (Twaigery en Spillman, 1989; Chaudry, 1992).
- Tijdens het bereiden van voedsel mogen alleen schone materialen worden gebruikt. Alle afval van het voedsel moet worden weggedaan. Verder mag er geen voedsel worden verspild. Alle restjes worden bewaard en later gebruikt of opgegeten.
- Fermentatie wordt gezien als nuttig proces voor de levensmiddelenproductie. De nadruk van het proces ligt op het eindproduct. De componenten die worden gebruikt in de fermentatie mogen niet haram zijn. Het gebruik van alcohol als substraat of tussenproduct wordt echter wel toegestaan, indien dit in de laagst mogelijke hoeveelheid in het eindproduct aanwezig is (Chaudry en Regenstein, 1994).
- Het gebruik van met biotechnologie geproduceerde enzymen brengt een aantal voordelen met zich mee, zoals verbeterde omzettingen en dus lagere prijs en ten tweede een nieuwe bron van enzymen, waar de oorspronkelijk bron niet toegestaan was. Enzymen worden gekeurd door de Islamic Food and Nutrition Council of America. Chymosine is reeds toegestaan en ook andere enzymen worden beoordeeld (Chaudry en Regenstein, 1994).
- Transgene producten kunnen verbeterde eigenschappen hebben. Deze producten kunnen geproduceerd worden zolang de producten bij consumptie op dezelfde manier worden gemetaboliseerd als het oorspronkelijk product. Er ontstaat echter een probleem als het eindproduct grote hoeveelheden biologisch actief materiaal bevat. Dit is vooral problematisch wanneer de genen uit verboden dieren afkomstig zijn (Chaudry en Regenstein, 1994).
- In de toekomst zal steeds meer gebruik worden gemaakt van ethisch gevoelige genen. Hieronder vallen genen die van mensen naar dieren worden overgebracht, genen die van verboden dieren naar toegestane dieren worden overgebracht en het gebruik van dierlijke genen in voedselgewassen. Binnen de islam wordt een duidelijk verschil gezien tussen verbeteren van een soort door middel van het kruisen van rassen en het gebruik van biotechnologie. Biotechnologie wordt wel toegestaan, maar alleen om de gezondheid van mens en dier te verbeteren en niet uit commerciele oogpunten. Verder vinden Moslims dat een overgedragen gen zijn oorspronkelijke identiteit behoudt. Het overdragen van een gen uit een haram dier naar een halal dier leidt dus niet tot een halal product. Hoewel de Islam niet negatief staat tegenover biotechnologie, wordt het toch aangeraden het gebruik van biotechnologie zoveel mogelijk te beperken (Aldridge, 1994).