|
|||||||
Een initiatief van :Stichting Food-Info
|
Food-Info.net> Onderwerpen > Literatuurverslagen Risico's van kant-en-klaar maaltijdenMaartje de Bruijn SAMENVATTINGConsumenten willen steeds minder tijd besteden aan het bereiden van maaltijden, maar wel vers en gezond eten. Dit heeft ervoor gezorgd dat de consumptie van kant-en-klaar maaltijden de laatste jaren explosief is toegenomen. Als gevolg van het gebruik van geïnfecteerde grondstoffen, inadequate verwerking of door gebrekkige hygiëne komen voedselpathogenen incidenteel voor in kant-en-klaar maaltijden. Dit literatuuronderzoek geeft een overzicht van de microbiologische risico's van kant-en-klaar maaltijden en hoe deze risico's beperkt kunnen worden. Er zijn veel producten op de markt die onder de definitie ‘kant-en-klaar' vallen. Dit verslag beperkt zich tot de industrieel bereide, voorverpakte maaltijden die als vervanging van de warm gebruikte maaltijd dient. Op basis van dit literatuuronderzoek blijkt dat de microbiologische risico's van kant-en-klaar maaltijden voornamelijk ontstaan in de laatste schakel van de keten: bij de consument. Het grootste risico voor doorbreking van de koelketen bestaat in deze schakel. Daarnaast worden kant-en-klaar maaltijden vaak niet bij de juiste temperatuur bewaard en onvoldoende verhit voor consumptie, hetgeen extra risico's met zich meebrengt. Betere voorlichting over het bewaren en bereiden van kant-en-klaar maaltijden zou deze risico's kunnen voorkomen. INHOUDSOPGAVE1 INLEIDING EN DOEL VAN HET LITERATUURONDERZOEK 3 MICRO-ORGANISMEN IN KANT-EN-KLAAR MAALTIJDEN 3.2 Belangrijkste pathogenen in kant-en-klaar maaltijden . 3.2.3 Escherichia coli O157:H7 3.2.4 Listeria monocytogenes . 3.3 Het voorkomen van pathogene micro-organismen in kant-en-klaar maaltijden in Nederland 4.1.1 Producten van plantaardige oorsprong 4.1.2 Producten van dierlijke oorsprong 5.1 Beperking van risico's tot aan de consument 5.1.3 Voorkomen van kruisbesmetting 5.1.4 Beheersing van de koelketen 5.2 Beperking van risico's bij de consument
|
Product |
# onderzochte monsters |
% besmet |
Soep |
327 |
3,7 |
Stamppot |
593 |
3,4 |
Bamigerechten |
298 |
6,7 |
Rijstgerechten |
407 |
3,4 |
Als gevolg van geïnfecteerde grondstoffen, inadequate verwerking, of door gebrekkige hygiëne komen voedselpathogenen incidenteel voor in kant-en-klaar maaltijden (Gorris et al. , 1996). Kant-en-klaar maaltijden kunnen in de hele productie- en distributieketen besmet raken met schadelijke micro-organismen (zie figuur 4.1).
Om inzicht te krijgen in de microbiologische risico's van kant-en-klaar maaltijden is een overzicht van de keten van belang. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de risico's die kunnen ontstaan vanaf het begin van de keten (de grondstoffen) tot het einde van de keten (de consument).
De bodem is een rijk reservoir voor voedselgerelateerde pathogenen. Pathogene organismen afkomstig uit het maagdarmkanaal van mens of dier kunnen in de bodem aangetroffen worden als gevolg van irrigatie, door verrijking van de grond met mest, of als gevolg van uitwerpselen van dieren in de omgeving (Anoniem 1, 2002).
Het vlees van gezonde slachtdieren is in de regel steriel. Het aantal en het soort micro-organismen dat uiteindelijk op het vlees terecht komt, wordt bepaald door het slachtproces. Tijdens de slacht kunnen bacteriën door contact met de mens of door materiaal uit het maagdarmkanaal op het vleesoppervlak worden overgebracht. Eieren kunnen incidenteel besmet zijn met Salmonella . Andere dierlijke producten als melk zijn in de regel steriel (Barnier et al., 1997).
Bij een temperatuur tussen de 0 ° C en 5 ° C is de groei van de meeste micro-organismen minimaal, waardoor bederf en de kans op ziekte tot een minimum beperkt wordt. Hierdoor is het van belang dat de temperatuur van het begin van de koelketen (de grondstoffen) tot het eind van de koelketen (de koelkast/vriezer van de consument) laag blijft (zie figuur 4.2).
Wanneer de koelketen doorbroken is, of de maaltijden niet bij de juiste temperatuur bewaard worden, houdt dit in dat micro-organismen een grotere kans hebben om uit te groeien en de kans op ziekte en bederf toeneemt. Ook betekent dit dat de houdbaarheidsdatum die op de verpakking vermeld staat niet meer geldt.
Tijdens de verwerking van grondstoffen tot een kant-en-klaar maaltijd bestaat de kans dat producten worden besmet met micro-organismen die bederf of ziekte kunnen veroorzaken. Kruisbesmetting door productiemedewerkers, procesapparatuur, of lucht kan een goed beheerst proces teniet doen.
Productiemedewerkers
Micro-organismen bevinden zich overal op en in het lichaam: op de huid, in de feces en op kleding. Door overdracht (bijvoorbeeld via handen of hoesten) kunnen deze in voedsel terecht komen.
Handen kunnen besmet raken na toiletbezoek, via besmette oppervlakken en via ander besmet voedsel.
Uit onderzoek is gebleken dat handen van werknemers in levensmiddelenbedrijven zwaar besmet kunnen zijn met fecale micro-organismen en zelfs met pathogenen. Omdat in veel gevallen levensmiddelen met de handen aangeraakt worden tijdens de productie, kunnen handen een belangrijke rol kunnen spelen bij de kruisbesmetting (Abee et al ., 1999).
Ook zieke werknemers kunnen een bron van besmetting zijn. Werknemers kunnen drager of uitscheider zijn van micro-organismen die aanleiding kunnen geven tot een besmettelijke ziekte, vaak zonder dat ze dit zelf weten.
Procesapparatuur
Als procesapparatuur niet goed gereinigd wordt, kunnen micro-organismen een biofilm vormen die een beschermende omgeving biedt om te overleven en te vermenigvuldigen. Overdracht van micro-organismen op producten kan plaatsvinden wanneer deze in aanraking komen met biofilms.
Lucht
Producten die niet goed zijn afgedekt kunnen besmet raken met micro-organismen uit de lucht.
In de lucht komen voornamelijk Grampositieve bacteriën en sporen van bacteriën en schimmels voor. Het aantal micro-organismen in de lucht is sterk afhankelijk van de hoeveelheid stof, het vochtgehalte van de lucht en de luchtwerveling (Anoniem 2, 1999).
Consumenten vragen in toenemende mate naar producten met een sterk natuurlijk karakter en een minimum aan conserveringsmiddelen. Om hier aan te voldoen, werden technieken ontwikkeld als verpakken onder een gewijzigde gasatmosfeer (Gorris et al ., 1996).
Het hoofddoel van verpakken onder een gewijzigde gasatmosfeer is het verlengen van de houdbaarheid door het behouden van de fysiologische kwaliteit en vertragen van het bederfproces. Een nadeel van verpakken onder een gewijzigde gasatmosfeer is echter dat het de houdbaarheid kan verlengen, zonder dat de groei van schadelijke organismen wordt geremd.
De distributie van kant-en-klaar maaltijden is een kritische factor in de koelketen, omdat de kans groot is dat de koelketen wordt doorbroken.
Bij de retail is de bewaartemperatuur van groot belang. Als toonbanken en vriezers in de supermarkt niet op de juiste temperatuur zijn afgesteld kunnen micro-organismen nog vóór aankoop door de consument uitgegroeid zijn tot schadelijke niveaus of kan het product al bedorven zijn.
De consument speelt, als laatste schakel in de keten, een belangrijke rol ten aanzien van de veiligheid van kant-en-klaar maaltijden.
Het grootste risico voor onderbreking van de koelketen bestaat bij de consument (Debevere, 1989). Vaak wordt de koelketen al in de supermarkt doorbroken. De gemiddelde tijd die de consument in de supermarkt doorbrengt is 42 minuten en vaak worden gekoelde levensmiddelen binnen 15 minuten uit het koelvak gehaald (Colwill, 1990 volgens Worsfold en Griffith, 1997). Daarnaast speelt het transport van de supermarkt naar huis ook een grote rol in doorbreking van de koelketen. De gemiddelde tijd dat een gekoeld product niet in de koeling verblijft is één uur, met een range van 10 minuten tot zes uur (Wolsford en Griffith, 1997).
Vaak worden kant-en-klaar maaltijden na aankoop niet bij de juiste temperatuur bewaard. Dit betekent dat schadelijke micro-organismen eerder kunnen uitgroeien en dat bederf eerder optreedt.
Uit tabel 4.1 blijkt dat de koelkasttemperatuur bij een groot deel van de Nederlandse huishoudens hoger is dan de aanbevolen temperatuur van 4 tot 7 ° C.
Tabel 4.1: Temperaturen van koelkasten en de frequentie van voorkomen in Nederlandse huishoudens (Smelt en van Gerwen, 2002)
Temperatuur |
Relatieve frequentie (%) |
< 5 ° C |
29,6 |
5 - < 7 ° C |
41,6 |
7 - < 9 ° C |
26,6 |
9 - < 11 ° C |
1,6 |
11 - < 13 ° C |
1,6 |
Het advies voor de consument is om voedsel door en door te verhitten tot een kerntemperatuur van 75 ° C. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit in vele gevallen niet gebeurt. Onderverhitting van voedsel lijkt vaker voor te komen bij opwarming in de magnetron, dan bij andere verhittingsmethoden. De tijd, eerder dan de instelling van de temperatuur blijkt hierbij vaak onderschat (Worsford en Griffith, 1997).
Uit een onderzoek naar de verhitting van kant-en-klaar maaltijden in de magnetron is gebleken dat de temperatuurverdeling in de magnetron anders is dan bij andere verhittingsmethoden. Koude en warme plekken bleken naast elkaar voor te komen en het verschil tussen deze plekken liep op tot meer dan 30 ° C binnen enkele centimeters (Ryyänen en Ohlsson, 1996). De aanwezigheid van koude plekken in een kant-en-klaar maaltijd houdt in dat de overleving van ziekteverwekkende organismen niet uitgesloten kan worden.
Tot aan de consument kunnen de risico's van kant-en-klaar maaltijden beperkt worden door de toepassing van Good Manufacturing Practices (GMP) en Hazard Analysis and Critical Control Point (HACCP).
GMP is een manier van produceren waarbij men er vanuit gaat dat een goede procesbeheersing essentieel is voor een goede kwaliteit van de eindproducten. Bij HACCP wordt door middel van een risicoanalyse bepaald wat de kritische factoren in een proces zijn en hoe deze beheerst kunnen worden (Abee, 1999). De belangrijkste kritische controlepunten voor de productie van kant-en-klaar maaltijden zijn de verhittingsstap tijdens de bereiding, het snel afkoelen, het voorkomen van kruisbesmetting en beheersing van de koelketen.
Bij het verhitten moet worden gestreefd naar het volledig afdoden van alle vegetatieve cellen en sporen die op de grondstoffen aanwezig zijn. Ook de tijd/temperatuur combinatie van de sterilisatie- of pasteurisatiestap is hierbij van belang.
Na productie van de kant-en-klaar maaltijd dient deze zo snel mogelijk afgekoeld te worden en opgeslagen te worden bij een lage temperatuur, om ontkieming van sporen en uitgroei van micro-organismen die de verhittingsstap eventueel hebben overleefd te voorkomen.
Kruisbesmetting kan in grote mate voorkomen worden door training van het personeel en het uitsluiten van zieke werknemers die betrokken zijn bij het productieproces.
Een andere belangrijke maatregel om kruisbesmetting te voorkomen is een hygiënische inrichting van het proces, met als voorbeelden het gescheiden houden van grondstoffen en bereide producten en een hygiënisch ontwerp van procesapparatuur.
De belangrijkste factor bij de productie van kant-en-klaar maaltijden blijft de temperatuur. Zolang de koelketen gesloten is, blijft de uitgroei van ziekteverwekkende organismen of bederforganismen tot een minimum beperkt.
Risico's die ontstaan bij de consument kunnen voorkomen worden door een betere voorlichting over het bewaren en bereiden van voedsel. Veel consumenten zijn zich niet bewust van de risico's die ontstaan door hun eigen handelen.
Op basis van dit literatuuronderzoek blijkt dat de microbiologische risico's van kant-en-klaar maaltijden voornamelijk ontstaan in de laatste schakel van de keten: bij de consument. Het grootste risico voor doorbreking van de koelketen bestaat in deze schakel. Daarnaast worden kant-en-klaar maaltijden vaak niet bij de juiste temperatuur bewaard en onvoldoende verhit voor consumptie, hetgeen extra risico's met zich meebrengt. Door bewaren op de juiste temperatuur en goed verhitten kunnen deze risico's worden voorkomen. Betere voorlichting over het bewaren en bereiden van kant-en-klaar maaltijden zou deze risico's kunnen voorkomen.
Anoniem 1. Scientific Committee on Food. 2002. Risk profile on the microbiological contamination of fruits and vegetables eaten raw. Brussel. European commission.
http://europa.eu.int/comm/food/fs/sc/scf/out25_en.pdf
Anoniem 2. Practicumhandleiding ‘Inleiding in de Levensmiddelenmicrobiologie en –hygiëne'. 1999. Departement Levensmiddelentechnologie en Voedingswetenschappen, Leerstoelgroep Levensmiddelenhygiëne en –microbiologie. Wageningen. Landbouwuniversiteit Wageningen.
Abee, T., R. Beumer, M. te Giffel, R. Hartemink, W. Hazeleger, R. Nout, F. Rombouts en S. Schoustra,. 1999. Dictaat ‘Inleiding in de levensmiddelenmicrobiologie en –hygiëne. Departement Levensmiddelentechnologie en Voedingswetenschappen, Leerstoelgroep Levensmiddelenhygiëne en –microbiologie. Wageningen. Landbouwuniversiteit Wageningen.
Barnier, V.M.H., J.H. Houben, F. van Knapen, A. Ruiter en J.M.A. Snijders. 1997. Dictaat ‘Vleeskunde'. Vakgroep Voedingsmiddelen van Dierlijke Oorsprong, Faculteit diergeneeskunde. Utrecht. Universiteit Utrecht.
Debevere, J.M. 1989. Houdbaarheid en veiligheid voor de volksgezondheid van koel-verse gepasteuriseerde maaltijden. Voedingsmiddelentechnologie . 10; 27-29.
Dijk, R., R.R. Beumer, E. de Boer, T. Hummelen,, E. Brinkman, J. Debevere, J.C. van Dijk, A.F. Dijkstra en H. Stegeman. 2001. Microbiologie van voedingsmiddelen. Keesing Noordervliet B.V.
Gorris, L.G.M., T. Abee, en M.W. Peck. 1996. Voedselmatrix als geheel bepaalt groei en overleven van pathogene bacteriën. Voedingsmiddelentechnologie . 25; 12-15.
Gormley, R. 2000. Managing the cold chain for quality and safety. Flair-Flow Europe Technical Manual F-FE 378A/00. Dunblin. The National Food Centre.
Granum, P.E. 2001. Bacillus cereus ,. pp. 373-381. In: M.P. Doyle et al. (eds.). Food Microbiology: Fundamentals and Frontiers . 2nd Edition. Washington D.C. ASM Press.
Jansen, H.A.P.M. en P.H. 't Veld. 2002. Microbiologisch onderzoek van kant en klaar maaltijden in Nederland 2001, rapport SAZD/01/50/21/K&K. 's Hertogenbosch. Keuringsdienst van Waren Zuid.
McKane, L. en J. Kandel. 1996. Microbiology essentials and applications. Second edition. McGraw-Hill inc.
Persoon, N.L.M. en D.F. Eshuis. 2002. Definitie en indeling. pp. 6-7. In: Nederlandse Vereniging voor Voedingsleer en Levensmiddelentechnologie (ed.). Kant en Klaar, industrieel bereide voorverpakte maaltijden: symposium gehouden in Wageningen, Nederland.
Prescott, L.M., J.P. Harley en D.A. Klein. 1996. Microbiology. Third edition. Wm. C. Brown Publishers.
Smelt, J. en S. van Gerwen. 2002. Microbiologische houdbaarheid. pp. 29-32. In: Nederlandse Vereniging voor Voedingsleer en Levensmiddelentechnologie (ed.). Kant en Klaar, industrieel bereide voorverpakte maaltijden: symposium gehouden in Wageningen, Nederland.
Ryynänen, S. en T. Ohlsson. 1996. Microwave heating uniformity of ready meals as affected by placement, composition and geometry. Journal of Food Science . 61;3, 620-624.
Wijnands, L.M. J.B. Dufrenne en F.M. van Leusden. 2002. Characterization of Bacillus cereus , RIVM rapport 250912002/2002.
Worsfold, D. en C. Griffith. 1997. Food safety behaviour in the home. British Food Journal. 99;3, 97-104.